Ervaringsverhaal over relatieverslaving
Floor volgde een coachtraject in mijn praktijk en aansluitend de training Zelfvertrouwen en grenzen stellen in Haarlem.
Wat ik ten diepste voel ..
Een jaar geleden schreef ik dit;
Ik ben de grootste saboteur van mijn leven; zoek verlichting in veroordeling. Zoek liefde in afhankelijkheid, zoek rust in chaos en veiligheid in onveiligheid. Doe mijn hart dicht voor de ware en spreid mijn benen voor de verloren, gekwelde, onbetrouwbare en beschadigde ziel.
Opdat hij mij nodig heeft.
Opdat ik kan geven zonder te ontvangen,
kan voelen zonder de schuld,
kan beminnen zonder de angst.
Wees maar afhankelijk van mij, wees niet te sterk of te gelukkig, te gezond of te blij.
Nu ben van je van mij, van mij, van mij. Ik lik je wonden, verzorg je en bemin je en verwacht niets terug, nooit. Al word ik met de jaren bitterder en zuurder, zwaarder en zwarter, dichter en verdicht.
Ik praat veel en nerveus, lach hard en knijp mezelf zodat de tranen niet komen, de spanning mij niet overmeestert. Dit is niemands schuld, maar de mijne. Dit doe ik mezelf aan en dit doe ik jou aan. Een zelfverzekerde sterke man is eng, maakt mij boos, bang en onzeker. Mannen zijn als mijn vader; overmeesteren, kleineren en bezitten. Mijn moeder geen ruimte in huis, hij neemt met zijn boosheid alle kamers in. Dit mijn leven lang ontwijken en naleven in de mannen die ik ontmoet en uit de weg ga. Tranen inslikkend die ik voor mijn moeder huilen kan, liters vol tranen, ik slik ze al die jaren weg, stik er bijna in.
De tekst begon ik met deze zin;
Ik voel mij onmachtig, onwaardig, hulpeloos, hopeloos. Oneindig tekort schietend en schaamtevol om mijn schaamte.
Nu, bijna een jaar later
voel ik mij als een bloem die wortelt terwijl zij bloeit. Ik bouw mijn basis terwijl ik groei. Niet meer straks of later, maar nu risico’s nemen, nu genieten, nu door de angst heen, nu kiezen voor liefde en nu kiezen voor leven. Terwijl ik dit schrijf hoor ik hoe het eten in de keuken op het vuur pruttelt, hoe de liefste man die ik ken de uien staat te snijden en mij een kopje thee komt brengen. En de tranen rollen over mijn wangen omdat ik een jaar geleden ook dit schreef;
Altijd genoegen genomen met niets, met mannen die vreemd gaan, drugs gebruiken, manipuleren, bedriegen en daarom mezelf nog meer haten. Nooit een grens trekken, verslaafd zijn aan de ander. Dat nooit meer. Niet meer afhankelijk van een man, een vrouw, van wie dan ook. Maar eigenlijk vooral bang, zo bang dat iemand ziet hoe onwaardig ik de liefde ben. De angst voor afwijzing verlamt, maar ik overtuig mezelf dat ik een onafhankelijke sterke vrouw ben. Mijn lijf schreeuwt om liefde, aanraking en tederheid, passie en vuur, maar ik ontzeg me alle vormen van intimiteit.
En dat ik nu zoveel liefde en onvoorwaardelijkheid kan en mag ontvangen. Zoveel warmte, zorg, steun en bemoediging. En dat ik, ondanks dat mijn keel soms dicht zit en ik de woorden er niet uit krijg, bij tijden afstand inbouw, mijn hart dichter doe of mijn lijf op slot zet een manier vind om te kiezen voor liefde, te kiezen voor leven en daar alsnog dwars doorheen te gaan. Waardoor steeds iets meer ruimte in mij ontstaat. Steeds iets meer stroming.

En ook al stuit ik soms op los zand, val ik wel eens om, weet ik het bij tijden allemaal niet meer en drijf ik mezelf tot wanhoop, ik heb gekozen en vind steeds opnieuw mijn plek in mezelf. Na elke confrontatie met mezelf wordt het een beetje duidelijker. Dat het nog liever mag, nog zachter, nog vrijer van verwachtingen, voorwaarden en oordelen. Dat ik altijd zo hard mijn best doe, maar nooit verlicht zal zijn.
En dat het oké is, dat ik goed ben zoals ik ben. Verlichting zelfs saai is. Dat ik mezelf verloochent heb, weggegeven heb, pijn heb gedaan, miskent en vergeten. Dat ik anderen heb laten bepalen wat ik doen moest, voelen moest, najagen moest. En dat het pijn doet. Maar dat het er uiteindelijk op aankomt dat ik van mijn grillige onvoorspelbare en onhandige zelf mag gaan houden. Van het feit dat ik soms alle kanten opschiet, nog steeds niet weet wat ik wil, veel te impulsief kan zijn, in mechanismes schiet, oordelen heb of toch weer terugval in oude patronen. En dat ik trots mag zijn en hoopvol.
Mijn ouders zijn uit inmiddels uit elkaar en ook in de relatie met familie kan ik meer liefde ervaren en de muren langzaam afbreken. Ook kies ik er bewust voor mijn tijd te delen met de mensen die geen afbreuk doen aan mij of mijn grenzen. Maar geen enkele deur hoeft voor altijd geheel dicht.
Dit is wie ik ben, dit ben ik.
Natuurlijk kan het altijd beter, vrijer, opener en stabieler. Maar ik zie mij. Ik zie mijn worstelingen, mijn verlangens, mijn angsten en mijn behoeftes en ik zie een sterke liefdevolle vrouw die niets anders wilt of heeft gewild dan vrij zijn, authentiek en open zijn. En vanuit die totale vrijheid in verbinding met de ander zonder angst, schuld of schaamte. Omdat er zoveel te geven en ontvangen valt. Omdat er zoveel liefde is.
om te voorkomen
dat je afscheid neemt van jezelf”